HUMANS OF MEDPEOPLE

Marcus – Verpleegkundige

Ik werk als gespecialiseerd verpleegkundige op de neonatale afdeling van het Sachsska Kinder- en jongerenziekenhuis. Het is een afdeling waar baby’s terechtkomen die in week 27 of later geboren zijn. De meest voorkomende reden waarom baby’s bij ons komen is dat ze prematuur zijn, maar het kan ook te wijten zijn aan infecties of aandoeningen van de luchtwegen. Ik vind het een heel erg leuke werkplek en daarom werk ik ookals  kinderrechtenfunctionaris en specialist in kinderen- en jongerengeneeskunde. Hier werken doet me vaak nadenken over hoe de zorg verloopt voor een patiënt die voor zichzelf kan spreken in vergelijking met een kind dat nog niet kan praten. Het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind beschrijft ook hoe kinderen in onze ziekenhuizen moeten worden ontvangen en verzorgd. Als een 10-jarige zijn arm breekt of een gesprongen appendix krijgt, zou de ouder nooit naar huis worden gestuurd en het kind alleen achterlaten in het ziekenhuis. Het zou zelfs als absurd worden ervaren. Pasgeboren gezonde baby’s zouden op de kraamafdeling ook nooit van hun ouders gescheiden worden. Maar een pasgeboren baby van iets meer dan een kilo op de neonatale afdeling heeft zijn ouders minstens zo hard nodig, en heeft hen misschien niet in de buurt omdat we niet genoeg ouderkamers hebben. Ze kunnen op de materniteit blijven als er ruimte is of in het ergste geval naar huis gaan. Het is niet leuk om als verpleegkundige het nieuws te moeten brengen: “Helaas kunnen we je geen kamer aanbieden. Het spijt me, je zult thuis moeten slapen. Maar we bellen je als er iets is. Vergeet niet te kolven als het lukt, mama. Hier kun je een borstpomp lenen.” Dan maakt het niet uit hoeveel knuffels je hen nadien geeft. Wat is het verschil tussen de 10-jarige en de pasgeborene? Is het omdat de 10-jarige kan praten en voor zichzelf opkomen? Omdat hij of zij zijn of haar gevoelens en meningen kan uiten op een manier die de volwassene kan interpreteren en begrijpen? Gewoon omdat een pasgeboren kind niet kan praten betekent het niet dat het geen mening heeft, of deze niet kan uitdrukken. Ze laten duidelijk zien wat ze voelen, willen en hoe ze zich voelen. Het vraagt alleen de juiste vaardigheden om ze te interpreteren.